Windturbines zetten de kinetische energie van de wind om in electriciteit.
In onderstaand tekening worden de verschillende onderdelen van een Horizontale As Wind Turbine (HAWT) getoond.
Bijna alle moderne windturbines maken gebruik van een generator gebaseerd op permanente magneten. Deze magneten roteren rondom een spoel (wikkeling) of vice versa waarmee electriciteit opgewekt. De magneten gaan in de regel meer dan 25 jaar mee, een windturbine leven lang.
4 afbeeldingen. (Klik op de afbeeldingen om deze te vergroten)
Een windturbine levert AC stroom, wisselspanning, maar deze fluctueert in frequentie met het toerental van de windturbine. Daarom wordt gebruikt gemaakt van een inverter die de wisselspanning omzet in gelijkspanning. Deze gelijkspanning, DC stroom, kan worden gebruikt voor het laden van accu's (12 of 24 Volt) of kan worden omgezet naar 'schone' wisselspanning (AC) gelijk aan de netspanning (bijvoorbeeld 230V, 50Hz).
Wind energie kan op 2 manieren worden omgezet door gebruik te maken van luchtweerstand (drag) of liftkracht (lift). Luchtweerstand wordt gecreeerd door een oppervlakte aan een zijde bloot te stellen aan de wind en de andere zijde uit de wind te houden. Liftkracht echter buigt de wind af en produceert een kracht loodrecht op de richting van de wind. Het gebruik maken van liftkracht is efficienter dan gebruik te maken van luchtweerstand.
Bij het ontwerp van de ideale windturbine worden deze krachten nauwkeurig afgewogen.
De Wet van Betz beschrijft de mate waarin de in wind aanwezige energie kan worden omgezet. Volgens de Wet van Betz is de theoretisch maximale hoeveelheid energie die door middel van een rotor aan wind kan worden onttrokken 59%.
Deze grens van 59% wordt veroorzaakt doordat de lucht achter de turbine nog weg moet kunnen stromen en dus nog een zekere stromingsenergie moet bezitten.
De Betz limiet vormt eveneens de bovengrens voor waterturbines die energie onttrekken uit de vrije stroming van water.
In normale omstandigheden bedraagt het maximale windturbine rendement ongeveer 44%. Dit wordt ook wel de vermogenscoëfficiënt of Cp waarde genoemd. Deze omzetting verloopt in een aantal stappen:
4 afbeeldingen. (Klik op de afbeeldingen om deze te vergroten)
Micro-windturbines zijn er in twee varianten:
Het merendeel van de windturbines in Nederland zijn van het HAWT type. Van het VAWT type zijn vooral de Darrieus, Savonius en Turby vermeldenswaardig.
Een geheel nieuw type windturbine is de LIAM F1 windmolen ontwikkeld door The Archimedes. Deze HAWT windturbine bestaat uit drie cirkels die als spiralen in elkaar worden gewikkeld en uitgevouwen. Hierdoor ontstaat een driedimensionale conische turbine, vergelijkbaar met langwerpige schelpen die op het strand zijn te vinden.
De Archimedes Liam Urban Wind Turbine zou op de schaal van Betz een efficiency van maar lieft 52% behalen. Een mooie prestatie als men in ogenschouw neemt dat 59.3 % het theoretisch maximum van energie uit wind is. Met andere woorden de Liam Urban Windturbine haalt een rendement van bijna 90% (52/59,3).
De LIAM windt turbine zou bij een gemiddelde windsnelheid van 5 m/s 1200 tot 1500 kWh per jaar moet opleveren. De maximale opbrengst is 1500 Watt (uur) bij 18 m/s (wk 8). DGEM:
12 afbeeldingen. (Klik op de afbeeldingen om deze te vergroten)
Een belangrijke eigenschap van de meeste windturbines met verticale as (VAWT) is het feit dat de wind uit alle richtingen op de turbine kan inwerken. Hierdoor kan een VAWT ook uit een turbulente windstroom energie halen, wat hem beter geschikt maakt voor stedelijke gebieden, of voor gebieden met veel obstakels.
Horizontale as turbines (HAWT) hebben een kruissysteem nodig om hun wieken naar de wind te draaien. Een HAWT moet dus altijd op een hoge mast geplaatst worden, waar de luchtstroming lineair verloopt.
Het nadeel van een VAWT is dat hij niet automatisch kan opstarten als de wind op de turbine inwerkt. De bladen van de turbine hebben immers een aanloopsnelheid nodig. De aandrijving die hiervoor benodigd is werkt negatief op het rendement. Bij een HAWT is geen start-aandrijving nodig. Zodra er voldoende wind is, kan de windturbine opgestart worden.
In de regel geldt echter hoe groter het rotoroppervlakte hoe hoger de opbrengst. Het ontwerp en materiaalgebruik maken natuurlijk ook een verschil zoals ook blijkt uit onderstaande prestatiecurve waarin diverse typen windturbines zijn uitgezet tegen de Wet van Betz.
Met de Groene Prijsvergelijker is een redelijke vergelijking tussen windturbines mogelijk. Omdat ervaringscijfers vooralsnog in de vergelijking ontbreken is het zaak deze te onderzoeken op forums en bij gebruikers.
Hierbij een aantal algemene tips (best practice):
De Groene Energie Maatschappij
Tel: 0031 6 1700 6263
email: info@dgem.nl
KVK: 58676872
BTW nr. NL001896786B29
2016 © DGEM. All Rights Reserved. Alle rechten voorbehouden.