Vuistregels
In een stad als Amsterdam komen bijna alle aspecten denkbaar rondom de plaatsing van een kleine wind installatie (KWI) aan de orde.
Onderstaande vuistregels en toetsingcriteria zijn dan ook gebaseerd op het document van de Gemeente Amsterdam waarin de richtlijnen voor KWI's staan beschreven.
Bij de plaatsing van KWI's moeten de juridisch planologische en de welstandsbelangen voldoende worden afgedekt. Dit wordt geregeld in bestemmingsplannen en in de welstandsnota’s. Daarnaast is het belangrijk dat bekend is bij de vergunningverleners voor de omgevingsvergunning aan welke milieu-, technische- en constructieve eisen een KWI dient te voldoen.
De volgende vuistregels en toetscriteria kunnen in die hoedanigheid gehanteerd worden bij de toelating van KWI’s binnen de stad Amsterdam:
Vuistregels voor het toestaan van KWI's:
- Op hoge gebouwen
- Bij innovatieve projecten
- Bij specifieke nieuwbouwprojecten met een duurzaam / innovatie thema zoals duurzame wijken
- Bij of op symbool gebouwen. Sta KWI’s toe op symbool en icoon gebouwen met een educatieve of openbare functie zoals bibliotheken, musea, scholen enz.
- Op bedrijfsterreinen
- Langs infrastructuur. Sta KWI’s toe langs of geintegreerd in grootschalige infrastructuur zoals spoorwegen, kanalen, bruggen en geluidschermen (aangevuld door DGEM).
Toetsingscriteria voor het toestaan van KWI's:
- Sta KWI’s toe op gebouwen van minstens 15 meter (vijf verdiepingen) - zoals flatgebouwen en kantoorpanden. Sta KWI’s dus niet toe in straten met laagbouw woningen (minder dan vijf verdiepingen) waar de kans op (visuele) hinder bestaat
- KWI’s mogen niet in de zichtlijnen in het beschermd stads- en dorpsgezicht worden geplaatst
- De hoogte van de as van de windturbine is maximaal 1/3 van de totale gebouwhoogte met een maximum van 8 meter
- Plaatsing van de KWI op het dak is minimaal op aslengte vanaf de rand van de voorkant van het gebouw of de KWI is geïntegreerd in het gebouw zelf (DGEM: Het kan in gevallen beter zijn de mast zo kort mogelijk op de gebouwrand te plaatsen - de installateur kan hier uitsluitsel over geven - afstemming met de gemeente is dan dus vereist)
- Het materiaal, de kleur en de vorm van de KWI is ingetogen. Bij vorm wordt bedoeld dat de KWI een rustig beeld geeft. Indien de KWI op gebouwen met symboolwaarde (gebouwen met een educatieve of openbare functie) wordt geplaatst, kan hier gemotiveerd vanaf worden geweken (DGEM: Dit is wellicht ook toepasbaar op innovatieve projecten)
- Situering KWI doet geen afbreuk aan de hoofdlijnen van de stedenbouwkundige opzet.
- Voorbeeld pilot IJburg/ Steigereiland: de stedenbouwkundige eis is geformuleerd voor visuele hinder aan de hand van de onderlinge bouwhoogte van gebouwen. Het ging erom dat er geen KWI geplaatst mag worden op een dak van een lager gebouw als op relatief korte afstand een hoger gebouw staat (dit ter voorkoming dat een KWI direct voor het woonkamerraam staat)
- Vergelijkbare type KWI’s dienen te worden toegepast per aanwezige eenheid. Een eenheid kan zijn een gebouw, straat, gebied of blok.
- Bij plaatsing van meerdere KWI’s is een lijnopstelling gewenst – dus ook de plaatsing is een eenheid.